Durante mucho tiempo no había principios uniformes para la Atribución de nombres a los antibióticos https://antibioticos-wiki.es . Más a menudo se les llama por el nombre genérico o especie del producto, con menos frecuencia-de acuerdo con la estructura química. Algunos antibióticos se nombran de acuerdo con el lugar donde se asignó el producto.
Microsoft word - vragenlijst 'wijkverpleegkundigen en medicatie'.doc
Vragenlijst ‘Wijkverpleegkundigen en medicatie’ 5.Sinds kort krijgt mevrouw A de volgende geneesmiddelen (i.v.m. hartfalen): furosemide (Lasix®) en digoxine (Lanoxin®) . Mevrouw heeft een hele rij klachten. Welke kunnen veroorzaakt worden door (één van) de geneesmiddelen? Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
a. hoofdpijn b. duizeligheid c. wazig zien d. veel dromen e. koude handen en voeten f. maagpijn g. moeheid en vergeetachtigheid h. huiduitslag i. veel plassen
6.Mevrouw A krijgt last van depressieve klachten. De buurvrouw raadt haar St- Janskruid (Kira®-dragees, hypericum) aan. Dat is plantaardig en kan dus geen kwaad. Het heeft de buurvrouw ook erg goed geholpen.
a. Baat het niet, het schaadt ook niet. b. St.Janskruid heeft invloed op de werking van geneesmiddelen. 7.Meneer B heeft last van slapeloosheid. Dokter schrijft het slaapmiddel temazepam (Normison®) in een lage dosering voor. Maar het helpt niet echt. De slapeloosheid wordt erger en hij wordt erg rusteloos en prikkelbaar. Welk van onderstaande antwoorden is/zijn goed?
a. dosering temazepam verhogen b. doorgaan, het duurt altijd even, voordat een geneesmiddel werkt c. stoppen met temazepam.
8.Mevrouw C. heeft al jaren last van hoofdpijn. Ze slikt daarvoor dagelijks een paar tabletjes paracetamol (gemiddeld 3 per dag). Ze krijgt nu acetylsalicylzuur 80 mg voorgeschreven ('s morgens 1 tablet) , maar wil dat niet innemen. Dat aspirientje is immers niet nodig, ze slikt al paracetamol. Welk van onderstaande antwoorden is/zijn goed?
a. mevrouw heeft gelijk. b. mevrouw kan het beter wel slikken, want de acetylsalicylzuur is ergens anders voor. c. mevrouw kan beter stoppen met de paracetamol, want misschien wordt de hoofdpijn
d. mevrouw kan de acetylsalicylzuur slikken in plaats van de paracetamol, maar dan wel
9.Meneer D. slikt sinds enige tijd digoxine Lanoxin®. De laatste dagen heeft hij erg last van zijn maag. Daarom slikt hij bij elke maaltijd een Rennie®. Welk van onderstaande antwoorden is/zijn goed?
Vragenlijst ‘ Wijkverpleegkundigen en medicatie’
a. De Rennie kan de werking van de digoxine versterken. b. De Rennie kan de werking van de digoxine verminderen . c. De maagpijn kan een bijwerking van digoxine zijn.
10. Mevr E.slikt al 2 jaar oxazepam (Seresta®). Sinds een week krijgt ze ook furosemide (Lasix®). Ze is de afgelopen ochtenden al een paar keer bijna gevallen. Welk van de mogelijke oorzaken zijn goed?
a. oxazepam b. furosemide c. door de combinatie van deze twee geneesmiddelen
11. Dhr F. slikt al enkele jaren furosemide (Lasix®). Hij klaagt, dat hij de laatste tijd veel moet plassen. Bij navraag blijkt, dat hij veel drinkt vanwege dorst.
a. Dit is normaal, want furosemide is een plastablet. b. Meneer kan diabetes hebben.
12. Mevr G. slikt al een aantal jaar metoprolol (Selokeen®, Lopresor®) voor de hoge bloeddruk. Daarmee is de bloeddruk goed onder controle. Een week of vier geleden is ze gevallen en sinds die tijd heeft ze last van haar schouder. Op aanraden van de buurvrouw slikt ze ibuprofen (Nurofen®, Advil®)en dat helpt goed. De ibuprofen haalt ze bij de drogist. Gisteren, bij de halfjaarlijkse bloeddrukcontrole bij de huisarts, bleek haar bloeddruk te hoog te zijn.
a. De werking van de metoprolol wordt minder als je het lang slikt. b. De ibuprofen heeft een negatieve invloed op de werking van metoprolol.
13. Meneer H. slikt metoprolol (Selokeen®, Lopresor®) i.v.m. hypertensie. Hij heeft aantal klachten. Kunnen deze klachten veroorzaakt worden door metoprolol?
a. hoofdpijn b. duizeligheid c. wazig zien d. veel dromen e. koude handen en voeten f. maagpijn g. moeheid en vergeetachtigheid h. huiduitslag i. veel plassen j. bronchospasmen
14. Mevr. I. slikt al een tijdje furosemide (Lasix®)vanwege vocht in enkels en voeten. Onlangs heeft de specialist de dosering verhoogd, omdat het onvoldoende werkzaam was. Nu klaagt mevrouw over pijnlijke tenen. Bij inspectie blijken de gewrichten rood en ontstoken te zijn. Welk van onderstaande antwoorden is/ zijn goed?
a. Dit is een gevolg van de aandoening b. Dit wijst op een overdosering van furosemide c. Dit is een bijwerking van furosemide
Vragenlijst ‘ Wijkverpleegkundigen en medicatie’
15 Meneer J. is astma-patient en gebruikt daarvoor twee verschillende geneesmiddelen per inhalatie. Recent is hoge bloeddruk geconstateerd en de huisarts heeft daarvoor metoprolol voorgeschreven. Meneer gebruikt sinds een paar dagen zijn astmamiddelen vaker dan daarvoor. Welk van onderstaande antwoorden is/ zijn goed?
a. Hoge bloeddruk is een bijwerking van de astma-middelen. b. Metoprolol heeft als bijwerking benauwdheid. c. De astmamiddelen werken niet goed meer, omdat meneer het al lang gebruikt.
16. Mevrouw K. is astmapatient. Ze kan niet tegen aspirine, daar krijgt ze benauwdheidsaanvallen van. Mag mevrouw acetylsalicylzuur 30 mg slikken, (voorgeschreven na een TIA)?
a. Ja, in zo'n lage dosering kan dat wel. b. Nee, dat kan weer aanvallen uitlokken.
17 Meneer L. slikt furosemide (Lasix®)i.v.m. hartfalen. Zijn conditie is stabiel. Meneer heeft de laatste tijd last van zijn knieëen. Daarvoor slikt hij ibuprofen, wat hij bij de drogist haalt. Daarmee zijn de klachten redelijk onder controle. Sinds enkele dagen klaagt hij over benauwdheid. Bij inspectie blijken zijn enkels opgezwollen te zijn. Welk van onderstaande antwoorden is/ zijn goed?
a. De werking van furosemide wordt minder als je het lang slikt b. De knie-klachten zijn een bijwerking van furosemide. c. De benauwdheid is een bijwerking van furosemide. d. De benauwdheid is een bijwerking van ibuprofen. e. Ibuprofen vermindert de werking van furosemide.
18 Mevrouw M. slikt digoxine (Lanoxin®)i.v.m. hartfalen. Voor haar maagklachten mevrouw Ultacit® (een zuurbindend middel). Na een paar dagen is ze meer benauwd en krijgt ze dikke enkels. Welk van onderstaande antwoorden is/ zijn goed?
a. Dit is een bijwerking van digoxine. b. Dit is een bijwerking van Ultacid® . c. Ultacit® vermindert de werking van digoxine.
19. Van de huisarts moet mevrouw stoppen met de Ultacit®. Hij schrijft haar omeprazol (Losec®)voor. Welk van onderstaande antwoorden is/ zijn goed?
a. Een goed idee. b. Geen goed idee, omeprazol kan de bloedspiegel van digoxine verlagen. c. Geen goed idee, omeprazol kan de bloedspiegel van digoxine verhogen.
Vragenlijst ‘ Wijkverpleegkundigen en medicatie’
20.Meneer N. krijgt omeprazol (Losec®)voorgeschreven voor zuurbranden. Welke bijwerkingen kan omeprazol geven? Welk van onderstaande antwoorden is/ zijn goed?
a. hoofdpijn b. duizeligheid c. wazig zien d. veel dromen e. koude handen en voeten f. maagpijn g. moeheid en vergeetachtigheid h. huiduitslag
21. Mevrouw O. krijgt sinds kort furosemide (Lasix®)voorgeschreven. Ze is al een keer gevallen. Kan dit te maken hebben met furosemide?
a. Ja, furosemide kan kaliumspiegel verlagen en dat kan spierzwakte veroorzaken. b. Ja, door sterke dehydratie kan mevrouw verward raken. c. Ja, door sterke bloeddrukdaling kan mevrouw duizelig worden. d. Nee, dat moet een andere oorzaak hebben.
22. Meneer P. heeft last van depressieve klachten. Hij is erg teruggetrokken en komt bijna de deur niet meer uit. Hij slikt metoprolol (Selokeen®, Lopresor®) , omeprazol (Losec®) en af en toe temazepam (Normison®). Is er een mogelijke relatie met de geneesmiddelen? Welk van onderstaande antwoorden is/ zijn goed?
a. Ja, metoprolol kan depressieve klachten veroorzaken. b. Ja, metoprolol kan duizeligheid of sufheid veroorzaken, waardoor meneer de deur niet
c. Ja, temazepam kan depressieve klachten veroorzaken. d. Ja, temazepam kan duizeligheid of sufheid veroorzaken, waardoor meneer de deur niet
e. Ja, omeprazol kan depressieve klachten veroorzaken. f. Ja, omeprazol kan duizeligheid of sufheid veroorzaken, waardoor meneer de deur niet 23. Mevrouw Q. slikt furosemide (Lasix®)en digoxine (Lanoxin®). De huisarts wil, dat haar kalium spiegel regelmatig bepaald wordt. Waarom?
a. Om een te lage kaliumspiegel op tijd te ontdekken. b. Om een te hoge kaliumspiegel op tijd te ontdekken.
c. Bepalen van de kaliumspiegel is onnodig.
24 Hart-ritmestoornissen en spierzwakte zijn een gevolg van: Welk van onderstaande antwoorden is/ zijn goed?
a. te lage kaliumspiegel b. te hoge kaliumspiegel
Vragenlijst ‘ Wijkverpleegkundigen en medicatie’
c. te lage calciumspiegel d. te hoge calciumspiegel e. te lage magnesiumspiegel f. te hoge magnesiumspiegel
25. Meneer R. gebruikt al enkele jarendagelijks lactulosestroop (Duphalac®, Legendal®)i.v.m. verstopping. Welke bijwerkingen kan lactulosestroop hebben? Welk van onderstaande antwoorden is/ zijn goed?
a. hoofdpijn b. duizeligheid c. wazig zien d. veel dromen e. koude handen en voeten f. maag- en darmklachten
g. moeheid en vergeetachtigheid h. huiduitslag i. veel plassen j. bronchospasmen
26. Meneer slikt ook furosemide (Lasix®). De laatste dagen heeft hij last van diarree. Welk van de onderstaande uitspraken is/ zijn goed?
a. de diarree wordt veroorzaakt door de lactulosestroop. b. de diarree wordt veroorzaakt door de furosemide. c. meneer loopt kans op uitdroging door de combinatie van furosemide en diarree.
27 Meneer krijgt vervolgens last van moeheid, spierkrampen, misselijkheid en sufheid. Welk van onderstaande antwoorden is/ zijn goed?
a. Dit zijn bijwerkingen van lactulosestroop b. Dit zijn bijwerkingen van furosemide. c. Dit is een gevolg van uitdroging. d. Dit heeft andere oorzaken.
28 Mevrouw S. slikt carbasalaatcalcium (Ascal®)100 mg 1x daags. Welke bijwerkingen kan dit geven? Welk van onderstaande antwoorden is/ zijn goed?
a. hoofdpijn b. duizeligheid c. wazig zien d. veel dromen e. koude handen en voeten f. maagpijn g. moeheid en vergeetachtigheid h. huiduitslag i. veel plassen
29 Meneer T. is 87 jaar oud. Hij slikt al jaren digoxine (Lanoxin®), 0,125 mg 1x daags en acetylsalicylzuur, 80 mg 1x daags. De laatste maanden is hij erg vermagerd. De laatste tijd heeft hij last van geheugenverlies en is hij verward. Welk van onderstaande
Vragenlijst ‘ Wijkverpleegkundigen en medicatie’
a. Verwardheid hoort bij de leeftijd. b. Verwardheid is een gevolg van vitaminetekort c. Dit kan wijzen op een digoxine-intoxicatie d. Dit kan wijzen op een acetylsalicylzuurintoxicatie. 30 Vanwege vermoeidheidsverschijnselen laat de huisarts een bloedonderzoek doen. Het Hb van meneer blijkt te laag. Welk van onderstaande antwoorden is/ zijn goed? a. Laag Hb hoort bij de leeftijd b. Laag Hb is het gevolg van een vitaminetekort. c. Laag Hb kan bijwerking zijn van digoxine. d. Laag Hb kan bijwerking zijn van acetylsalicylzuur. 31. Bij navraag blijkt meneer last te hebben van enigszins zwartgekleurde ontlasting.
Welk van onderstaande antwoorden is/ zijn goed?
a. Dit is een bijwerking van digoxine. b. Dit is een bijwerking van acetylsalicylzuur. c. Dit wijst op bloedverlies in het maagdarmkanaal. d. Dit wijst op aambeien.
32. Mevrouw U. is 88 jaar. Vanwege angst schrijft de huisarts haar oxazepam (Seresta®), 10 mg 3 x daags voor. Na een paar dagen durft mevrouw niet meer uit bed te komen, omdat ze te verward is.
a. De dosering oxazepam is waarschijnlijk te laag. b. De dosering oxazepam is waarschijnlijk te hoog. 33. Meneer V. is 83 jaar. Hij slikt al 20 jaar metoprolol (Selokeen®, Lopresor®). De laatste tijd droomt hij veel en daarom slaapt hij slecht.
a. Het slechte slapen hoort bij de leeftijd. b. Het slechte slapen is een bijwerking van metoprolol
faculteit gezondheidszorg Hogeschool Utrecht
disciplinegroep verplegingswetenschap UMC Utrecht
Departement Farmaceutische Wetenschappen, Universiteit Utrecht
Vragenlijst ‘ Wijkverpleegkundigen en medicatie’
Editorial Commentary Migrainous stroke Reports of migraine-associated stroke appear in the medical literature with regularity, but uncertainty persists as to themechanisms which may generate this uncommon complication of a common condition. In their article in this issue Drs Saninand Mathew describe a patient with migrainous stroke and arteriographic findings consistent with diffuse cerebral
My name is Terry and I am a 62-year old investment banker. Four months ago, I lost my partner of 30 years, Frank, to a battle with cancer. Since Frank’s passing, I have been extremely lonely. I sporadically cry uncontrollably, particularly when I return to our now empty San Francisco flat. Frank and I used to have a zest for life, spending every weekend in the wine country, playing golf, or hav