NHG-Standaard EpicondylitisEerste herziening
Assendelft WJJ, Smidt N, Verdaasdonk AL, Dingjan
bij recidieven. Bovendien lijken bijkomen-
vervolgens de epicondylus ter lokalisatie
R, Kolnaar BGM. Huisarts Wet 2009;52(3):140-
van de pijn. Ander onderzoek heeft voor het
De standaard en de noten zijn geactualiseerd ten opzichte van de vorige versie (in: Huisarts Wet Evaluatie Etiologie
De diagnose epicondylitis wordt gesteld bij
De etiologie van epicondylitis is onbekend.
pijn op of rond de epicondylus (eventueel
Inleiding
De NHG-Standaard Epicondylitis geeft richt-
ning micro- en macroscopische laesies in
lijnen voor de diagnostiek en het beleid bij
de gemeenschappelijke origo van de pols-
epicondylitis lateralis en medialis humeri
en vingerextensoren of -flexoren ten grond-
– dorsaal of palmair flexie van de pols
(verder met epicondylitis lateralis en medi-
slag liggen. De laesies zouden vooral door
overbelasting van deze spieren worden ver-
oorzaakt. Het granulatie- en littekenweefsel
tenzij anders is aangegeven. Over epicondy-
dat zich vervolgens vormt, zou bij herhaal-
Afwezigheid van lokale drukpijn maakt epi-
litis lateralis is echter veel meer bekend dan
condylitis onwaarschijnlijk. Bij atypische
raken, waardoor het peesweefsel kan dege-
bevindingen (zoals pijn elders in de elle-
Het vermoeden van epicondylitis rijst bij
pijn op of rond de epicondylus lateralis of
Van epicondylitis lateralis is een samen-
zwelling, of tintelingen) houdt de huisarts
medialis. Deze pijn treedt op of verergert
hang aangetoond met (herhaalde) voor het
betreffende individu te zware belasting van
tie van (het gebied rond) de epicondylus of
elleboog, zoals bewegingsonderzoek.10 Bij
tegelijkertijd aanwezige (uitstralende) pijn
Richtlijnen diagnostiek
in bovenarm, schouder en/of nek zijn een
Bij de diagnostiek van epicondylitis levert
Anamnese
Vraag bij pijn in of rond de elleboog naar:
– lokalisatie en ernst van de pijn en even-
te sluiten (zie de NHG-Standaard Schouder-
men op. Het gaat hierbij om zeldzame aan-
doeningen, met uitzondering van bursitis
– wijze van ontstaan, duur en beloop van
Richtlijnen beleid
ten het bestek van deze standaard. Van de
– invloed van rust of bewegen op de klach-
Voorlichting en adviezen
patiënten die de huisarts consulteren wordt
De huisarts legt uit dat epicondylitis waar-
ongeveer 12% verwezen naar de fysiothera-
– vermoedelijke oorzaak volgens de patiënt;
schijnlijk wordt veroorzaakt door overbe-
peut en 2% naar de tweede lijn, meestal de
– provocerende factoren bij de dagelijkse
lasting van de polsstrekkers of -buigers. De
mate van hinder is mede afhankelijk van de
hinder bij de dagelijkse activiteiten en op
belasting van de betrokken spieren. Deze
Achtergronden
worden vooral belast bij buigen van de pols
Epidemiologie
en met kracht met de handen knijpen en bij
De incidentie van epicondylitis lateralis in
met gestrekte elleboog bovenhands respec-
de huisartsenpraktijk is 5 tot 8 en de pre-
– eerdere episodes, en beloop en eventu-
tievelijk onderhands dragen of tillen. Het
valentie 7 per 1.000 patiënten (per jaar). De
is niet te voorspellen of de klachten kort of
incidentie is het hoogst (ongeveer 13 per
Ga na of er factoren zijn die de prognose
lang blijven bestaan. Na een half jaar is 80%
1.000 patiënten) in de leeftijdscategorie van
van de patiënten (vrijwel) hersteld en 90%
40 tot 50 jaar.4 Er bestaat geen noemens-
klachten en een hoge lichamelijke en psy-
waardig geslachtsverschil. Voor epicondyli-
Kernboodschappen
tis medialis zijn deze cijfers naar schatting
Informeer naar afspraken met de bedrijfs-
– het beleid van de huisarts bij epicondy-
een factor tien lager. Bij epicondylitis is
arts indien de klachten volgens de patiënt
litis is gericht op het afwachten van een
spontaan herstel en bestaat uit voorlich-
Beloop en prognose
– bij hevige pijn en belemmeringen bij het
Het natuurlijke beloop van een epicondyli-
Lichamelijk onderzoek
tis lateralis is gunstig. Na een half jaar is
Laat de patiënt de pols (vanuit neutrale
ten minste 80% van de patiënten (vrijwel)
positie en met gestrekte elleboog) tegen
hersteld en na een jaar is dit percentage
weerstand dorsaal respectievelijk palmair
Belangrijkste wijziging
gestegen naar ten minste 90%. De prognose
flecteren (bij vermoeden op epicondylitis
– vanwege het nadelige effect op de lange-
is minder gunstig bij al langdurig bestaande
lateralis respectievelijk medialis) en infor-
re termijn worden corticosteroïdinjecties
klachten of ernstige pijn bij het eerste con-
meer naar het optreden of verergeren van
sult, bij lokalisatie in de dominante arm en
H u i s a r t s & W e t e n s c h a p
gevallen na twee tot zes weken een snelle
thode is aangetoond dat deze de duur kan
voorlichting kan de huisarts de NHG-Patiën-
verlichting van de klachten tot gevolg heb-
verkorten. De huisarts adviseert de natuur-
ben (acht tot negen van de tien patiënten
lijke genezing af te wachten en gaat na of de
Wijs patiënten met sportgerelateerde klach-
is pijnvrij)14 vergeleken met afwachten (drie
patiënt hiertoe bereid is. Tevens worden de
ten die intensief sporten zoals (semi)profes-
van de tien patiënten is pijnvrij), maar dat
sionele sportbeoefenaars bij onvoldoende
de klachten daarna vaak terugkomen. Hier-
ondervindt bij (huishoudelijk) werk, sport
herstel na zes weken of bij recidiverende
door is de prognose op de langere termijn
en hobby’s en wordt samen met de patiënt
klachten op de mogelijkheid een sportarts
minder gunstig dan bij afwachten (na een
te raadplegen. De sportarts kan specifieke
jaar is bij injecties zeven en bij afwachten
Absolute rust van de arm is niet noodzake-
adviezen geven met betrekking tot de her-
acht tot negen van de tien pijnvrij). Geïn-
lijk. In hoeverre de arm gebruikt kan wor-
vatting en opbouw van de sportbeoefening,
jecteerd wordt met triamcinolonacetonide
den, hangt af van de mate van hinder bij
(10 mg/ml) en lidocaïne (2%) in een verhou-
belasting. Bewegen met pijn vertraagt de
Adviseer de patiënt bij werkgerelateerde
ding van 1:1 tot maximaal 2 ml.15 Het effect
genezing niet. Als de pijn toeneemt of niet
meer te verdragen is, is vermindering van
te nemen met de bedrijfsarts, als dat nog
weken afgewacht. Geadviseerd wordt in die
de activiteiten aangewezen. Een algemeen
niet is gebeurd. De bedrijfsarts kan speci-
advies bij epicondylitis lateralis respectie-
fieke werkaanpassingen adviseren ten aan-
vermijden. Absolute rust, een mitella of een
velijk medialis is om voorwerpen met gebo-
verband is onnodig. Bij onvoldoende effect
inspanningen. Indien patiënt en bedrijfsarts
kan de injectie met een tussenpoos van tel-
contact met elkaar hebben gehad, zoekt de
huisarts – als daar aanleiding toe is – ook
twee maal herhaald worden. De patiënt kan
Inbreng van de patiënt
zelf contact met de betreffende collega ter
gedurende een tot drie dagen na de injectie
De NHG-Standaarden geven richtlijnen voor
onderlinge afstemming van het beleid.
het handelen van de huisarts; de rol van
van corticosteroïdinjecties zijn zeldzaam.
de huisarts staat dan ook centraal. Daarbij
Niet-medicamenteuze behandeling
Injecties met botulinetoxine worden niet
geldt echter altijd dat factoren van de kant
van de patiënt het beleid mede bepalen. Om
voor fixatie van de elleboog, extracorporele
praktische redenen komt dit uitgangspunt
Controles en verwijzing
niet telkens opnieuw in de richtlijn aan de
Controles zijn in de regel niet nodig. Indien
orde, maar wordt het hier expliciet vermeld.
de pijn en de hinder in het dagelijks functio-
De huisarts stelt waar mogelijk zijn beleid
Medicamenteuze behandeling
neren tot een acceptabel niveau zijn geredu-
vast in samenspraak met de patiënt, met
Adviseer desgewenst voor pijnstilling para-
ceerd, kan van additionele therapieën geen
inachtneming van diens specifieke omstan-
cetamol, en als tweede keus, of bij onvol-
verdere verbetering worden verwacht. Alleen
digheden en met erkenning van diens eigen
als de patiënt bij het dagelijks functioneren
veel belemmeringen blijft ondervinden, bij-
voorbeeld zodanig dat hij niet kan werken,
heidsprofiel hebben. Derde keus zijn oraal
Afweging door de huisarts
ibuprofen, diclofenac of naproxen. Bij de
Het persoonlijk inzicht van de huisarts is
keuze binnen de groep van NSAID’s worden
waarom de patiënt nog veel belemmeringen
uiteraard bij alle richtlijnen een belangrijk
eventueel aanwezige comorbiditeit (cardio-
ondervindt. De huisarts geeft opnieuw voor-
vasculair, gastro-intestinaal), bijwerkingen
lichting en uitleg, en onderzoekt wederom
ren in de concrete situatie zal beredeneerd
en interacties (acetylsalicylzuur), en voor-
de bereidheid van de patiënt het spontane
afwijken van het hierna beschreven beleid
gaande reactie(s) op NSAID’s meegewogen.
beloop af te wachten. Bespreek bij aanhou-
kunnen rechtvaardigen. Dat laat onverlet
In verband met de mogelijke bijwerkingen
dat deze standaard bedoeld is om te funge-
wordt grote terughoudendheid met NSAID’s
chosociale overbelasting het mogelijke ver-
geadviseerd bij patiënten ouder dan 70 jaar,
band daartussen. Bij onvoldoende herstel
bij patiënten met een verminderde nierfunc-
Delegeren van taken
tie, hypertensie, hartfalen of atherosclero-
dend ziekteverzuim informeert de huisarts
NHG-Standaarden bevatten richtlijnen voor
tisch hart- en vaatlijden en bij patiënten die
bij de patiënt (opnieuw) naar afspraken met
huisartsen. Dit betekent niet dat de huis-
antistolling gebruiken. Zie voor meer infor-
de bedrijfsarts en overlegt zonodig met de
arts alle genoemde taken persoonlijk moet
Verwijzing naar een fysiotherapeut. wordt
gedelegeerd aan de praktijkassistente, prak-
cotherapeutische Richtlijn Pijnbestrijding
tijkondersteuner of praktijkverpleegkundige,
disch) chirurg voor een operatieve ingreep
mits zij worden ondersteund door duidelij-
ke werkafspraken waarin wordt vastgelegd
Lokale corticosteroïdinjecties worden niet
in welke situaties de huisarts moet worden
meer aanbevolen. Bij een patiënt die na zes
Totstandkoming
In oktober 2007 startte een werkgroep met de her-
geraadpleegd en mits de huisarts toeziet op
weken onvoldoende herstel ervaart, snelle
ziening van de NHG-Standaard Epicondylitis. De
de kwaliteit. Omdat de feitelijke keuze van
verlichting van de klachten wenst en inge-
werkgroep bestond uit prof.dr. W.J.J. Assendelft,
de te delegeren taken sterk afhankelijk is van
licht is over het nadelige effect op langere
hoogleraar huisartsgeneeskunde, R.A. Dingjan, dr. B.G.M. Kolnaar, wetenschappelijk medewerker
de lokale situatie, bevatten de standaarden
termijn (zie verder) kan de huisarts toch
van het NHG, en A.L. Verdaasdonk, allen huisarts,
daarvoor geen concrete aanbevelingen.
overwegen ze toe te passen. Daarbij legt de
en dr. N. Smidt, fysiotherapeut-klinisch epidemi-oloog. Door de werkgroepleden werd geen belan-
huisarts uit dat deze injecties in de meeste
H u i s a r t s & W e t e n s c h a p
patiënten per jaar en gemiddeld 1,85% verwij-
vermijdingsgedrag en catastroferen [Bot 2005b].
In juni 2008 werd de concepttekst ter becom-
zingen naar de chirurg kan berekend worden dat
Dit is in overeenstemming met de internationale
mentariëring voorgelegd aan enkele referenten.
ongeveer driekwart van de verwezen patiënten
consensus over het standpunt dat bij chronische
Van de volgende referenten ontving de werkgroep
pijnklachten van het bewegingsapparaat naast
commentaar: A.J. Raaijmakers, A.C.M. Romeijn-
biomedische factoren ook gedragsmatige of
ders en dr. W.E.M. Spinnewijn, allen huisarts;
psychologische factoren een rol kunnen spelen
dr. B.M. Pluim, sportarts, en F.P. Groot, arts,
namens de Vereniging voor Sportgeneeskunde; A.
Huisartsenpraktijk. In de Tweede Nationale
Brand en E.K.G. Lemaire, huisartsen, namens de
Studie bedraagt de incidentie van epicondylitis
NHG-Adviesraad Standaarden; dr. D. Eygendaal,
lateralis 5,4 episoden per 1.000 patiëntjaren en
orthopedisch chirurg, namens de Nederlandse
de prevalentie 7,2 per 1.000 patiënten [Van der
Bij histochemisch en elektronenmicroscopisch
Orthopaedische Vereniging; prof.dr. R.A. de Bie,
Linden 2004]. Bot et al. rapporteren op basis van
onderzoek van het aangedane peesweefsel van
hoogleraar Fysiotherapie Onderzoek, namens het
de gegevens van de Tweede Nationale Studie
patiënten met epicondylitis lateralis ziet men
Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiothera-
19 consulten per 1.000 patiënten per jaar [Bot
hyperplasie van fi broblasten en bloedvaatjes,
pie; B.J.F. van den Bemt, apotheker, namens het
2005a]. Onder de leeftijd van 20 jaar wordt deze
en tekenen van abnormale collageenvorming
Wetenschappelijk Instituut Nederlandse Apo-
aandoening in de huisartsenpraktijk zelden
[Kraushaar 1999]. Deze verschijnselen worden
thekers; A.C. van Loenen, ziekenhuisapotheker-
vastgesteld, daarna neemt de incidentie toe tot
overigens ook gezien in peesweefsel bij andere
klinisch farmacoloog en hoofdredacteur van het
12,6 bij de leeftijdscategorie van 40 tot 50 jaar
peesaandoeningen door overbelasting, zoals dat
en neemt daarna geleidelijk weer af [Bot 2005a].
van de achillespees [Khan 1999]. Van een ont-
College voor Zorgverzekeringen; prof.dr. P. van
Volgens de CMR bedragen zowel de incidentie
steking – zoals de uitgang ‘-itis’ in epicondylitis
Royen, hoogleraar Huisartsgeneeskunde, namens
als de prevalentie 7,6 [Van de Lisdonk 2003]. De
suggereert – lijkt dan ook geen sprake te zijn. Ver-
de Vlaamse Vereniging van Huisartsen; prof.dr.
genoemde cijfers zijn voor mannen en vrouwen
schillende auteurs pleitten daarom voor vervan-
A.L.M. Lagro-Janssen, hoogleraar Vrouwenstu-
vrijwel hetzelfde. Beide bronnen gebruiken voor
ging van de term ‘epicondylitis’ door ‘epicondyl-
dies Medische Wetenschappen. Vermelding als
epicondylitis medialis geen separate code en
algie’, of door ‘tendinosis’ of ‘tendinopathie’ van
referent betekent overigens niet dat iedere refe-
geven daarom geen incidentie- en prevalentie-
de betreffende spier [Khan 2002, Nirschl 2003].
rent de standaard inhoudelijk op elk detail onder-
cijfers voor deze aandoening. Elders zijn deze
evenmin gevonden. Ze zijn naar schatting een
De NHG-Autorisatiecommissie becommentari-
factor tien kleiner dan die voor epicondylitis
eerde en autoriseerde de standaard in septem-
lateralis. Deze schatting berust op gegevens van
Verschillende veelal bedrijfsgeneeskundige
ber 2008. De begeleiding van de werkgroep en de
onderzoeken laten voor zowel epicondylitis
redactie van deze standaard waren in handen van
dere Echelons). Bij dit project is een deel van
lateralis als medialis een verband zien tussen het
dr. B.G.M. Kolnaar, huisarts en wetenschappelijk
de incidente patiënten uit de Eerste Nationale
ontstaan van de klachten en herhaalde (zware)
medewerker van de afdeling Richtlijnontwikke-
Studie van het NIVEL gedurende een periode van
belasting van de extensoren respectievelijk
ling en Wetenschap van het NHG. De gevolgde
bijna vier jaar gevolgd. Daarna werd een eind-
fl exoren van de pols [Piligian 2000, Leclerc 2001,
zoekstrategie voor de onderbouwende literatuur
diagnose gesteld. Bij patiënten die met nieuwe
Haahr 2003, Descatha 2003, Shiri 2006]. Hoewel
is te vinden bij de webversie van deze standaard.
elleboogklachten de huisarts consulteerden werd
de Nederlandse benamingen ‘tenniselleboog of
bij 65% een epicondylitis lateralis gediagnosti-
-arm’ voor epicondylitis lateralis en ‘golferselle-
ceerd en bij 5% een epicondylitis medialis. Bij 9%
boog of -arm’ voor epicondylitis medialis anders
werd een bursitis olecrani vastgesteld [Miedema
doen vermoeden, lijken deze sporten slechts in
een gering deel van de gevallen een rol te spelen
Algemene bevolking. Bij een Engels en een Fins
bij het ontstaan van deze aandoeningen.
bevolkingsonderzoek onder een aselecte groep personen van 25 tot 65 respectievelijk 30 tot 65
jaar (n = 6.038 respectievelijk 4.993) was de pre-
valentie van epicondylitis lateralis 1,2% respec-
In 5 tot 25% van de gevallen van epicondylitis
Evenals bij de eerste versie van deze standaard is
tievelijk 1,3% en van epicondylitis medialis 0,8%
worden bij röntgendiagnostiek kalkneerslagen
wederom bij deze herziening besloten de richtlij-
respectievelijk 0,4% [Walker-Bone 2004, Shiri
bij de aangedane epicondylus aangetroffen. Dit
nen voor epicondylitis lateralis ook voor epicon-
2006]. Dergelijk onderzoek onder de Nederlandse
heeft echter geen enkele diagnostische en the-
dylitis medialis te laten gelden. Bij de totstand-
rapeutische consequentie. Röntgenonderzoek is
koming van de eerste versie bleek literatuur over
geïndiceerd indien er bij elleboogklachten ver-
epicondylitis medialis schaars te zijn, en daarin
denking bestaat op zeldzame aandoeningen zoals
is sindsdien weinig verandering gekomen. Men
een corpus liberum, osteochondritis dissecans of
veronderstelt dat de pathogenese van epicondy-
Twee eerstelijnstrials bieden enige informatie
litis medialis grotendeels overeenkomt met die
over het beloop van epicondylitis lateralis op de
Maffuli et al. onderscheidden verschillende
van epicondylitis lateralis. In de internationale
langere termijn bij patiënten in de huisartsen-
echografi sche beelden bij patiënten met epicon-
literatuur zijn de aanbevelingen voor diagnostiek
praktijk [Smidt 2002b, Bisset 2006]. In deze trials,
dylitis lateralis en veronderstelden dat deze een
en behandeling van beide aandoeningen vrijwel
beide met een follow-up van een jaar, werden
voorspellende waarde hadden voor de prognose
identiek. Deze standaard volgt de internationale
bij patiënten met ten minste zes weken klachten
[Maffuli 1990]. Struijs et al. concludeerden op
(n = 185 respectievelijk 198) de effecten van een
grond van hun onderzoek dat echografi e in ieder
afwachtend beleid, fysiotherapie en corticosteroï-
geval geen voorspellende waarde heeft voor het
dinjecties vergeleken. Circa 80% van de patiënten
effect van fysiotherapie, braces, een combina-
bij wie een afwachtend beleid werd gevolgd was
tie van beide of afwachten [Struijs 2005]. Over
In Nederland bestaat multidisciplinaire con-
na zes maanden (bijna) volledig hersteld. Na een
de diagnostische of voorspellende waarde van
sensus om klachten van het bewegingsapparaat
jaar lag dit percentage tussen 83% en 90%. Aan-
echografi sch onderzoek is geen uitspraak moge-
van arm, nek of schouder die niet het gevolg
genomen mag worden dat het beloop bij patiën-
lijk, omdat er onvoldoende bruikbaar onderzoek
zijn van een acuut trauma of een systeemziekte
ten bij wie de klachten korter dan zes weken
werd gevonden. Echografi e wordt daarom niet
te benoemen als KANS (Klachten van Arm, Nek
bestaan gunstiger is. Onderzoeken naar duur en
of Schouder) [Huisstede 2007]. Daarbij wordt
(natuurlijk) beloop van epicondylitis in de open
onderscheid gemaakt tussen aspecifi eke klachten
populatie, vanaf het begin van de klachten en/of
en specifi eke aandoeningen; epicondylitis late-
met een follow-up langer dan een jaar zijn niet
ralis en medialis zijn 2 van de 23 onderscheiden
Zowel in de meeste internationale richtlijnen als
Naarmate de patiënt langer elleboogklachten
bij de relevante onderzoeken worden deze ken-
[Bot 2005b, Smidt 2006], ernstigere pijn [Bot
merken genoemd als criteria voor het stellen van
2005b, Smidt 2006, Haahr 2003], en vaker epi-
de diagnose epicondylitis lateralis of medialis
sodes heeft doorgemaakt [Bot 2005b, Hudak
De Continue Morbiditeitsregistratie Nijmegen
1996] is de prognose voor herstel op lange
(CMR) vermeldt 12,8% verwijzingen naar de
termijn slechter. Bijkomende klachten van het
fysiotherapeut en 1,6% naar de orthopedisch
bewegingsapparaat (zoals nekklachten) [Bot
chirurg (periode 2002 tot en met 2006; n =
2005b, Smidt 2006, Waugh 2004] en klachten
Op grond van epidemiologische gegevens (zie
gemiddeld 13.500), en de Tweede Nationale
van de dominante elleboog [Hudak 1996, Haahr
noot 4) en vanwege het specifi eke karakter van
Studie (n = 375.899) 12,3% respectievelijk 2,1%
2003] zouden ook een invloed op de prognose
epicondylitis concludeert de werkgroep dat
[Van de Lisdonk 2008, Van der Linden 2004]. In
hebben. Hetzelfde geldt voor bepaalde werk-
indien anamnese en onderzoek typisch zijn voor
Nederland worden jaarlijks ongeveer 1.425 men-
gerelateerde factoren zoals hoge lichamelijke
epicondylitis, het niet aangewezen is andere
sen geopereerd voor epicondylitis lateralis (bron:
belasting [Haahr 2003] en handenarbeid [Lewis
aandoeningen uit te sluiten. Temeer omdat het
Prismant; periode 2002 t/m 2006). Uitgaande
2002, Haahr 2003], evenals voor psychosociale
in dat geval gaat om zeldzame ziekten, die zich
van een gemiddelde incidentie van 6,5 per 1.000
factoren zoals een hoge lijdensdruk [Haahr 2003],
deels gegeneraliseerd presenteren of in de regel
H u i s a r t s & W e t e n s c h a p
een duidelijk andere symptomatologie of ander
effectiviteit van corticosteroïdinjecties conclu-
druppeltjes (van circa 0,1 ml) zijn meestal geen
beloop vertonen, zoals artritis (eventueel ten
deren dat er aanwijzingen zijn voor een gunstig
pijnlijke plekjes meer te vinden. Met de naald
gevolge van artrose), osteochondritis dissecans,
kortetermijneffect (zes weken), maar dat zij geen
nog in situ wordt polsextensie tegen weerstand
entrapment van de nervus ulnaris of radialis en
duidelijke uitspraak kunnen doen door het ont-
opnieuw getest. Is de test nog gevoelig, dan
breken van onderzoeken van voldoende kwaliteit
wordt met de naald verder gezocht. Is de test
[Smidt 2002a]. Sindsdien zijn twee eerstelijns-
pijnloos, dan wordt de naald verwijderd.
trials van hoge kwaliteit gepubliceerd, beide
Epicondylitis medialis : patiënt in rugligging, met
met een follow-up van een jaar. Hierin werden
de arm gestrekt langs het hoofd, en met een kus-
Naar de effectiviteit van de gegeven adviezen is
bij patiënten met ten minste zes weken klachten
sentje onder de bovenarm. In deze houding wijst
geen gecontroleerd onderzoek gevonden. Het
door epicondylitis lateralis de effecten van een
de epicondylus medialis recht naar boven, wat de
handhaven van het dagelijks functioneren en het
afwachtend beleid, fysiotherapie en corticostero-
benadering met de injectienaald vergemakkelijkt.
voorkómen van fi xatie op het vermijden van pijn
idinjecties vergeleken [Smidt 2002b, Bisset 2006].
Men palpeert de gemeenschappelijke pees van
waren voor de werkgroep uitgangspunten bij de
Beide onderzoeken (n = 185 respectievelijk 198)
de polsfl exoren, juist distaal van de epicondylus
lieten zien dat corticosteroïdinjecties (een tot
en vervolgt deze terug tot op de epicondylus,
drie) op korte termijn een gunstiger effect heb-
waar het aanhechtingsvlakje kan worden gepal-
ben dan afwachten (vrijwel of helemaal hersteld
peerd. De injectietechniek is dezelfde als die bij
Fixatie van de elleboog, extracorporele shock
na zes weken 92% respectievelijk 79% versus 32%
de epicondylitis lateralis [De Wolf 1995].
respectievelijk 27%; NNT = 2), maar dat dit effect
Er zijn verschillende systematische reviews
bij een langere follow-up (drie maanden of lan-
verschenen over het effect van spalken, braces
ger) verdwijnt en zelfs nadelig wordt (na een jaar
Bijwerkingen van corticosteroïdinjecties
en andere hulpmiddelen voor fi xatie van de
69% respectievelijk 68% versus 83% respectie-
Frequent wordt gedurende een tot drie dagen na
elleboog bij epicondylitis lateralis [Struijs 2002,
velijk 90%; NNH = 5 tot 7). Conclusie: er is enig
corticosteroïdinjecties meer pijn gerapporteerd,
Borkholder 2004, Bisset 2005]. De resultaten van
bewijs voor een gunstig effect op korte termijn
in percentages die uiteenlopen van 10% (waarbij
de geïncludeerde trials bleken voor de belangrijk-
van corticosteroïdinjecties vergeleken met een
aan het corticosteroïd een anestheticum was
ste uitkomstmaten (pijn en knijpkracht) tegen-
afwachtend beleid, en voor een nadelig effect op
toegevoegd) [Price 1991] tot 50% (zonder anes-
strijdig te zijn. Onderzoeken naar de veronder-
theticum) [Haker 1993]. In een onderzoek is over
stelde grotere knijpkracht (zonder pijn) tijdens
Corticosteroïden versus corticosteroïden
dit kortetermijneffect apart gerapporteerd [Lewis
gebruik van een brace lieten eveneens tegenstrij-
Zowel in de twee laatstgenoemde onderzoeken
2005]. Verondersteld wordt dat de napijn zowel
dige resultaten zien. In alle reviews werd gecon-
als in de meeste onderzoeken in de systemati-
een volume-effect is als veroorzaakt wordt door
cludeerd dat het op grond van de beschikbare
sche review werd voor de injecties het steroïd
het corticosteroïd zelf of door de hulpstoffen
onderzoeken niet mogelijk is een uitspraak te
triamcinolonacetonide gebruikt, meestal 1 ml
[Haker 1993]. Bij injectie van gelijke hoeveelhe-
doen over de effecten van deze middelen.
van een oplossing van 10 mg/ml [Smidt 2002a,
den (2 ml) was er in 11% van de gevallen sprake
Ook over de effectiviteit van extracorporele shock
Smidt 2002b, Bisset 2006]. Bruikbaar vergelijkend
van napijn na een anestheticum, tegen 50% na
wave en lasertherapie is geen uitspraak mogelijk
onderzoek – naar het effect bij epicondylitis −
een corticosteroïd in combinatie met een anes-
aangezien de resultaten van onderzoeken niet
tussen deze en andere triamcinolonacetonide-
theticum. Dit wijst erop dat het corticosteroïd
eenduidig zijn [Buchbinder 2005, Bisset 2005,
doseringen, en tussen triamcinolonacetonide
zelf of de hulpstoffen pijn veroorzaken [Price
Rompe 2007] respectievelijk slechts een korte
en andere in Nederland hiervoor beschikbare
1991]. Gezien het veronderstelde volume-effect
follow-up periode bestrijken [Bisset 2005, Bjordal
corticosteroïden (met name methylprednisolon
wordt geadviseerd het injectievolume beperkt te
wordt in de huisartsenpraktijk wel eens gebruikt)
houden en druppelsgewijs te infi ltreren. Vaak kan
werd niet gevonden. Daarom gaat de voorkeur
met minder dan 1 ml vloeistof worden volstaan.
van de werkgroep uit naar triamcinolonacetonide
Als zeldzame bijwerkingen van corticosteroïd-
tot een maximum van 10 mg per injectie.
injecties worden opvliegers, depigmentatie en
In een Cochrane-review is bij patiënten met
Corticosteroïden versus corticosteroïden in combinatie met
subcutane necrose beschreven [Smidt 2002a,
epicondylitis lateralis het effect beoordeeld van
op de huid aangebrachte (dermale) NSAID’s; drie
Er is geen bruikbaar onderzoek gevonden waarbij
RCT’s (n = 130; dermaal NSAID versus placebo;
de effectiviteit van injecties met alleen een corti-
drie tot vijf maal daags; follow-up drie tot vier
costeroïd vergeleken werd met die van een com-
weken) voldeden aan de inclusiecriteria [Green
binatie van een corticosteroïd en een anestheti-
2001]. De gepoolde effectgrootte was -1,88 (95%-
cum. Bij de meest relevante onderzoeken, waarbij
botuline-injecties toe. Over botulinetoxine zijn
BI -2,54 tot -1,21), dat wil zeggen dat aan het
het gunstige effect van steroïden werd aange-
vier gerandomiseerde trials gevonden, waarvan
eind van de onderzoeksperiode de patiënten die
toond [Hay 1999, Smidt 2002b, Bisset 2006], was
er drie placebogecontroleerd zijn [Hayton 2005,
dermale NSAID’s gebruikten 1,88 punten op een
aan het steroïd een anestheticum toegevoegd.
Wong 2005, Placzek 2007] en in de vierde botu-
visueel analoge pijnschaal van totaal tien punten
Bij de twee laatstgenoemde onderzoeken werd
linetoxine wordt vergeleken met een operatie
minder pijn rapporteerden dan de placebogroep.
lidocaïne (2%) aan triamcinolonacetonide (10
interventie [Keizer 2002]. Met een injectie met
Uit twee onderzoeken naar de tevredenheid
mg/ml) toegevoegd tot een maximum van 2 ml.
botulinetoxine wordt een parese van de polsex-
over dermale NSAID’s bleek men bovendien
Voordeel van toevoeging van een anestheticum
tensoren beoogd. Frequente bijwerkingen zijn
signifi cant meer tevreden te zijn over de dermale
is dat meteen na de injectie op geleide van het
afname van de strekfunctie van de middelvinger
NSAID’s dan over de placebo’s (RR 0,39, 95%-BI
verdwijnen van de pijn kan worden geëvalueerd
(zeer frequent) tot parese van de vingers (in
0,23 tot 0,66). Patiënten rapporteerden bij der-
of de pijnlijke laesie voldoende is geïnfi ltreerd.
een trial bij vier van de dertig patiënten) [Wong
male NSAID’s signifi cant vaker bijwerkingen dan
Op grond van het voorgaande adviseert de werk-
2005]). Vanwege de bijwerkingen kunnen de pla-
bij placebo (RR 2,26, 95%-BI 1,04 tot 4,94), maar
groep om bij steroïdinjecties een anestheticum
cebogecontroleerde studies niet als geblindeerd
die waren gering (vooral lokale huidirritatie).
worden beschouwd. De follow-up van de place-
De auteurs van voornoemde review wilden ook de
Naar de invloed van het aantal injecties is
bogecontroleerde studies was twaalf tot achttien
effectiviteit van orale NSAID’s beoordelen, maar
onvoldoende onderzoek gedaan. De werkgroep
weken. In de studie van Hayton et al. werd geen
vonden slechts twee onderzoeken, met tegenstrij-
adviseert het aantal opeenvolgende injecties te
verschil gevonden, terwijl Wong et al. en Placzek
dige resultaten. Zij vonden geen studies waarin
beperken tot drie (overeenkomend met de in de
et al. wel een verschil op pijn en klinische score
dermale en orale NSAID’s onderling zijn vergele-
RCT’s toegepaste werkwijze), met een tussenpoos
rapporteren. In de trial van Placzek et al. was de
ken, noch een van beide met paracetamol [Green
van minimaal twee weken om het effect van de
gemiddelde pijn bij de botulinegroep minder,
2001]. Bruikbare onderzoeken over dit onderwerp
voorgaande injectie goed te kunnen beoordelen.
maar was de pijn bij maximaal aanspannen
van recentere datum (na de searchdatum van dit
tussen de groepen gelijk. In de trial van Keizer et
overzicht) zijn niet gevonden, en evenmin onder-
al. was er na drie maanden bij zes van de twintig
zoeken over het effect van paracetamol of andere
(30%) patiënten in de botulinetoxinegroep sprake
Neem een dunne naald; elke lengte is goed, aan-
van herstel en bij vijf van de twintig (25%) in de
Conclusie: op de huid aangebrachte NSAID’s
gezien de laesie zich vlak onder de huid bevindt.
operatiegroep. Na een jaar was dat 65% versus
lijken in ieder geval voor de korte termijn (tot vier
Een tuberculinespuitje vergemakkelijkt het drup-
75% en na twee jaar 75% versus 85%. Keizer et
weken) enige verlichting van de pijn te geven.
al. concludeerden dat botulinetoxine even effec-
Over het effect van orale NSAID’s en andere
Epicondylitis lateralis: de patiënt zit aan bureau
tief is als een operatie, en dus een operatie zou
pijnstillers is geen uitspraak mogelijk. Zie voor
of onderzoeksbank, met de elleboog 90o gebogen
kunnen voorkomen. Verondersteld wordt dat de
informatie over de bijwerkingen van de genoem-
en rustend op de onderlaag. De naald wordt ver-
pijnvermindering het gevolg is van een geringere
de middelen de Farmacotherapeutische Richtlijn
ticaal ingebracht ter hoogte van de epicondylus,
belasting van de insertie. Mogelijk kunnen er bij
daar waar in de hiervoor beschreven uitgangs-
langere follow-up toch recidieven optreden.
houding het verticale aspect van de epicondylus
Conclusie: op basis van de beschikbare onder-
overgaat in het horizontale aspect. De origo van
zoeken kan geen uitspraak worden gedaan over
de extensoren wordt met de naald afgetast en
het effect van injecties met botulinetoxine bij
Corticosteroïden versus afwachtend beleid
op geleide van de door de patiënt aangegeven
epicondylitis. Daarvoor dienen eerst pragmati-
De auteurs van een systematische review over de
pijn druppelsgewijs geïnfi ltreerd. Na drie tot zes
sche trials te worden uitgevoerd met een vol-
H u i s a r t s & W e t e n s c h a p
doende lange follow-up en een patiëntengroep
met een afwachtend beleid. [Smidt 2002b, Bisset
In de literatuur worden vele verschillende ope-
die de gebruikelijke behandeling krijgt als con-
2006]. In beide onderzoeken mat men na 3, 6, 12,
ratieve interventies bij epicondylitis lateralis
26 en 52 weken de volgende 4 uitkomstmaten:
beschreven; ze zijn onder te verdelen in open,
de mate van herstel naar het oordeel van de
percutane en artroscopische interventies. In
patiënt, de knijpkracht, de pijn en de hinder. Voor
Nederland past men veelal de open methode
alle uitkomstmaten zijn de verschillen in beide
toe, die vele variaties kent. Meestal wordt daar
Bij epicondylitis past de Nederlandse fysiothe-
onderzoeken tussen fysiotherapie en afwachtend
waar de extensor carpi radialis brevis aanhecht
rapeut doorgaans een combinatie van verschil-
beleid op alle meetmomenten ten gunste van
aan de laterale epicondylus abnormaal weefsel
lende behandelmethodes toe, zoals diepe dwarse
fysiotherapie. Maar de meeste verschillen zijn
verwijderd, of wordt de pees losgemaakt van de
fricties, ultrageluid, oefentherapie (bijvoorbeeld
klein en statistisch niet signifi cant, behalve in het
epicondylus. Het is een relatief eenvoudige ope-
excentrische oefeningen, concentrische oefe-
onderzoek van Bisset et al bij knijpkracht op alle
ratie die meestal poliklinisch wordt uitgevoerd.
ningen en rekoefeningen), en mobiliserende en
meetmomenten en bij de overige uitkomstmaten
Er zijn twee systematische literatuuroverzichten
manipulerende technieken. De auteurs van een
alleen op de korte termijn (bij 6 en 12 weken),
van onderzoeken naar het effect van operatieve
systematisch overzicht van onderzoeken naar het
en in het onderzoek van Smidt et al bij knijp-
interventies gevonden; in beide overzichten
effect van fysiotherapeutische behandelmetho-
kracht na 52 weken. Bovendien kunnen vooral
concluderen de auteurs dat er door het ontbre-
des bij epicondylitis lateralis concluderen dat er
de korte-termijneffecten van fysiotherapie op de
ken van gerandomiseerde gecontroleerde onder-
onvoldoende bewijs is voor de effectiviteit van
subjectieve uitkomstmaten mate van herstel, pijn
zoeken geen uitspraak mogelijk is over het effect
ultrageluid en andere vormen van elektrothera-
en hinder het gevolg zijn van de aandacht die de
van deze ingrepen [Buchbinder 2002, Lo 2007].
pie, maar dat er wel aanwijzingen zijn voor de
patiënten gedurende die 6 weken fysiotherapie
In de meeste onderzoeken rapporteert men een
effectiviteit van manipulerende technieken van
succespercentage na een follow-up van een tot
de elleboog op de korte termijn [Bisset 2005].
Conclusie: er is onvoldoende bewijs dat fysio-
negen jaar van ruim 80% onafhankelijk van de
In de 2 in noot 15 genoemde eerstelijnstrials van
therapie op de korte of op de langere termijn een
gebruikte methode [Lo 2007]. Er wordt van suc-
hoge kwaliteit, beide met een follow-up van 1
ces gesproken indien er nog slechts geringe of
jaar, werd bij patiënten met ten minste 6 weken
geen pijn optrad bij armbelastende activiteiten.
klachten (n = 185 respectievelijk 198) het effect
In de meeste onderzoeken was de duur van de
van een combinatie van fysiotherapeutische
klachten voorafgaande aan de operatie een tot
behandelmethodes (ultrageluid, diepe dwarse
Het therapeutisch arsenaal van de orthopedisch
anderhalf jaar [Lo 2007]. Conclusie: over het
fricties en oefeningen respectievelijk manipu-
chirurg bij epicondylitis bestaat uit corticoste-
effect van operatieve ingrepen is geen uitspraak
laties van de elleboog en oefeningen, in beide
roïdinjecties en operatieve interventies, terwijl
onderzoeken gedurende 6 weken) vergeleken
enkelen ook botulinetoxine-injecties toepassen. Literatuur
matory drugs (NSAIDs) for treating lateral
Kraushaar BS, Nirschl RP. Tendinosis of the
Bij verwijzingen naar NHG-producten: zie http://
elbow (tennis elbow). Clinical features and
findings of histological, immunohistochemi-
Bisset L, Paungmali A, Vicenzino B, Beller E. A
Green S, Buchbinder R, Barnsley L, Hall S, White
cal, and electron microscopy studies. J Bone
systematic review and meta-analysis of clini-
M, Smidt N et al. Acupuncture for lateral
cal trials on physical interventions for lateral
Leclerc A, Landre MF, Chastang JF, Niedham-
epicondylalgia. Br J Sports Med 2005;39:411-
mer I, Roquelaure Y. Upper-limb disorders in
Haahr JP, Andersen JH. Prognostic factors in
repetitive work. Scand J Work Environ Health
Bisset L, Beller E, Jull G, Brooks P, Darnell R,
lateral epicondylitis: a randomized trial with
one-year follow-up in 266 new cases treated
Lewis M, Hay EM, Paterson SM, Croft P. Effects
and exercise, corticosteroid injection, or wait
with minimal occupational intervention or
and see for tennis elbow: randomised trial.
the usual approach in general practice. Rheu-
epicondylitis. Scand J Work Environ Health
Bjordal JM, Lopes-Martins RA, Joensen J, Couppe
Haker E, Lundeberg T. Elbow band, splintage
Lewis M, Hay EM, Paterson SM, Croft P. Local
C, Ljunggren AE, Stergioulas A et al. A syste-
and steroids in lateral epicondylitis (tennis
steroid injections for tennis elbow: does the
matic review with procedural assessments
pain get worse before it gets better?: Results
and meta-analysis of low level laser therapy
Hay EM, Paterson SM, Lewis M, Hosie G, Croft
from a randomized controlled trial. Clin J
in lateral elbow tendinopathy (tennis elbow).
P. Pragmatic randomised controlled trial of
local corticosteroid injection and naproxen
Lo MY, Safran MR. Surgical treatment of late-
Borkholder CD, Hill VA, Fess EE. The efficacy of
for treatment of lateral epicondylitis of elbow
ral epicondylitis: a systematic review. Clin
splinting for lateral epicondylitis: a systema-
in primary care. BMJ 1999;319:964-8.
tic review. J Hand Ther 2004;17:181-99.
Hayton MJ, Santini AJ, Hughes PJ, Frostick SP,
Maffulli N, Regine R, Carrillo F, Capasso G,
Bot SD, Van der Waal JM, Terwee CB, Van der
Trail IA, Stanley JK. Botulinum toxin injection
Minelli S. Tennis elbow: an ultrasonograp-
Windt DA, Schellevis FG, Bouter LM et al.
in the treatment of tennis elbow. A double-
hic study in tennis players. Br J Sports Med
Incidence and prevalence of complaints of
blind, randomized, controlled, pilot study. J
the neck and upper extremity in general prac-
tice. Ann Rheum Dis 2005a;64:118-23.
Hudak PL, Cole DC, Haines AT. Understanding
echelons (Rome): basisrapport. 1994. Lei-
Bot SD, Van der Waal JM, Terwee CB, Van der
prognosis to improve rehabilitation: the
den, Nederlands Instituut voor Praeventieve
Windt DA, Bouter LM, Dekker J. Course and
example of lateral elbow pain. Arch Phys Med
Nirschl RP, Ashman ES. Elbow tendinopathy:
study in general practice. Ann Rheum Dis
Huisstede BM, Miedema HS, Verhagen AP, Koes
tennis elbow. Clin Sports Med 2003;22:813-
BW, Verhaar JA. Multidisciplinary consensus
Buchbinder R, Green S, Bell S, Barnsley L,
on the terminology and classification of
Piligian G, Herbert R, Hearns M, Dropkin J,
Smidt N, Assendelft WJ. Surgery for lateral
complaints of the arm, neck and/or shoulder.
Landsbergis P, Cherniack M. Evaluation and
management of chronic work-related muscu-
Keefe FJ, Rumble ME, Scipio CD, Giordano LA,
loskeletal disorders of the distal upper extre-
Buchbinder R, Green S, Youd JM, Assendelft WJ,
Perri LM. Psychological aspects of persistent
Barnsley L, Smidt N. Shock wave therapy for
pain: current state of the science. J Pain
Placzek R, Drescher W, Deuretzbacher G, Hemp-
lateral elbow pain. Cochrane Database Syst
fing A, Meiss AL. Treatment of chronic radial
Keizer SB, Rutten HP, Pilot P, Morre HH, Os JJ,
De Wolf AN, Mens JMA. Aandoeningen van het
Verburg AD. Botulinum toxin injection versus
double-blind, placebo-controlled, randomi-
bewegingsapparaat in de algemene praktijk.
surgical treatment for tennis elbow: a ran-
zed multicenter study. J Bone Joint Surg Am
Houten/Diegem: Bohn, Stafleu, Van Loghum,
domized pilot study. Clin Orthop Relat Res
Price R, Sinclair H, Heinrich I, Gibson T. Local
Descatha A, Leclerc A, Chastang JF, Roquelaure
Khan KM, Cook JL, Bonar F, Harcourt P, Astrom
injection treatment of tennis elbow -- hydro-
cortisone, triamcinolone and lignocaine com-
settings: prevalence, incidence and asso-
thies. Update and implications for clinical
pared. Br J Rheumatol 1991;30:39-44.
ciated risk factors. J Occup Environ Med
management. Sports Med 1999;27:393-408.
Rompe JD, Maffulli N. Repetitive shock wave the-
Khan KM, Cook JL, Kannus P, Maffulli N, Bonar
rapy for lateral elbow tendinopathy (tennis
Green S, Buchbinder R, Barnsley L, Hall S, White
SF. Time to abandon the «tendinitis» myth.
elbow): a systematic and qualitative analysis.
M, Smidt N et al. Non-steroidal anti-inflam-
H u i s a r t s & W e t e n s c h a p
Sellards R, Kuebrich C. The elbow: diagnosis and
Struijs PA, Smidt N, Arola H, Dijk CN, Buchbin-
der R, Assendelft WJ. Orthotic devices for the
Vlaeyen JW, Linton SJ. Fear-avoidance and its
treatment of tennis elbow. Cochrane Data-
Shiri R, Viikari-Juntura E, Varonen H, Heliovaara
pain: a state of the art. Pain 2000;85:317-32.
M. Prevalence and determinants of lateral
Struijs PA, Spruyt M, Assendelft WJ, Van Dijk
Walker-Bone K, Palmer KT, Reading I, Cog-
and medial epicondylitis: a population study.
CN. The predictive value of diagnostic sono-
gon D, Cooper C. Prevalence and impact of
graphy for the effectiveness of conservative
musculoskeletal disorders of the upper limb
Smidt N, Assendelft WJ, Van der Windt DA, Hay
treatment of tennis elbow. Am J Roentgenol
in the general population. Arthritis Rheum
EM, Buchbinder R, Bouter LM. Corticosteroid
injections for lateral epicondylitis: a systema-
Trinh KV, Phillips SD, Ho E, Damsma K. Acu-
Waugh EJ, Jaglal SB, Davis AM, Tomlinson G, Ver-
puncture for the alleviation of lateral epicon-
rier MC. Factors associated with prognosis of
Smidt N, Van der Windt DA, Assendelft WJ,
dyle pain: a systematic review. Rheumatology
lateral epicondylitis after 8 weeks of physical
Deville WL, Korthals-de B, I, Bouter LM.
therapy. Arch Phys Med Rehabil 2004;85:308-
Corticosteroid injections, physiotherapy, or
a wait-and-see policy for lateral epicondy-
Lagro-Janssen ALM. Ziekten in de huisarts-
Wong SM, Hui AC, Tong PY, Poon DW, Yu E,
litis: a randomised controlled trial. Lancet
praktijk. 5e. ed. Maarssen: Elsevier Gezond-
Wong LK. Treatment of lateral epicondylitis
with botulinum toxin: a randomized, double-
Smidt N, Lewis M, Van der Windt DA, Hay EM,
Van der Linden MW, Westert GP, De Bakker DH,
blind, placebo-controlled trial. Ann Intern
Bouter LM, Croft P. Lateral epicondylitis
naar ziekten en verrichtingen in de huisarts-
praktijk: klachten en aandoeningen in de
bevolking en in de huisartspraktijk. Utrecht/
Implementatie bij de eerste herziening van de NHG-Standaard Epicondylitis
De diagnose ‘tenniselleboog’ is eenvou-
niet de boventoon. De LESA biedt handvat-
dig te stellen. Bij de begeleiding gaat het
ten voor het overleg met de bedrijfsarts, ook
vooral om voorlichting, eventueel tijdelijk
bij patiënten met epicondylitis. Instructief
is bovendien de website van de bedrijfsart-
NSAID-crème. Injecties met corticosteroï-
sen (www.nvab-online.nl richtlijnen en lei-
draden). Beide beroepsgroepen voeren een
ring van de klachten, maar op lange termijn
tijdscontingente aanpak, zodat activiteiten,
is het resultaat niet beter en mogelijk zelfs
waaronder het werk, geleidelijk worden her-
vat. Voor het contact tussen huisarts en bedrijfs-
Voorlichting
arts kunt u gebruikmaken van het door de
Voor voorlichting over epicondylitis ver-
algemeen/patientenbrieven/). Ook komt de
(http://nvab.artsennet.nl/uri/?uri=AMGATE_
Patiëntenbrieven, die het advies samenvat-
atlas digitaal beschikbaar via de ‘ConsultWij-
ten. Behalve een brief kan de huisarts bij
zer’ die in de meeste HIS’en zit ingebouwd.
Fysiotherapie blijkt bij epicondylitis niet
zijn voorlichting ook gebruikmaken van de
effectief. Gezien de directe toegankelijkheid
NHG-Patiëntenafbeeldingen. Iedere afbeel-
Samenwerking
van de fysiotherapeut zullen veel patiënten
ding bevat aan weerskanten hetzelfde plaatje
daar toch terechtkomen. Het is dan zaak ook
met de fysiotherapeut afspraken te maken
adviezen over de aandoening. Bij de vorm-
de bedrijfsarts in beeld, met wie de huis-
aandachtspunten hiervoor kunt u vinden in
geving koos een panel patiënten en huisart-
verschillende LESA’s die met paramedici/
sen bewust voor een remindertekst voor de
fysiotherapeuten zijn gemaakt: LESA Para-
huisarts, om te voorkomen dat de huisarts de
huisarts teruggrijpen op de Landelijke Eer-
tekst voor gaat lezen zonder contact te leggen
mellitus type 2 en eventueel LESA Inconti-
met de patiënt of te kijken of deze het begre-
nentie voor urine. In deze LESA’s staat onder
pen heeft. De atlas met de NHG-Patiënten-
chische klachten. Psychische aspecten en
meer informatie over de directe toeganke-
afbeeldingen is op geplastificeerd, beschrijf-
vooral het copingmechanisme bij deze aan-
lijkheid van de fysiotherapeut (beschikbaar
baar papier beschikbaar, en via de website
doening, die dagelijks hinder geeft, spelen
www.kiesbeter.nl (http://www.kiesbeter.nl/
bij epicondylitis wel een rol, maar voeren
H u i s a r t s & W e t e n s c h a p
Determination of Steroids in A solution to these problems is to use an SFE instrument and method that simplifies the Animal Tissues by separation and recovery of trace level drug residues from an analyte/fat matrix. This Supercritical Fluid application describes a procedure for coupling SFE Extraction and Inline technology with an inline trapping technique to quickly and easily
Ask The Plant Groom™ by Dale Groom, The Plant Groom™ QA10 Hi! My son is being transferred to Nigeria. After talking with some of his co-workers that have been there or that are currently there, bugs are a serious problem in the home. Bad enough that everyone is saying everything including paper goods must be placed in metal or plastic sealable containers. He can ship a container full of house